Liedjes & Gedichten

KWIJT

(tekst: Herman van Veen)

 

Als dat kan niet waar zijn waar wordt,
je wereld stilstaat en toch doordraait,
je met een mond vol tanden
niet meer stoppen kunt met praten.

Als dat gebeurt alleen bij anderen jou gebeurt,
je niet de koek krijgt maar de gard,
de spoken in je hoofd
met hun vragenlijstjes komen,
je nuchtere verstand verhuist
naar de kamers in je hart.

Het laat zich niet verklaren
of kan begrepen worden
kwijt, is kwijt, is kwijt.

Niets helpt op dat moment,
geen troost, geen God, geen tijd,
kwijt is kwijt is kwijt.

Als dat kan niet waar zijn waar wordt
en je wereld stilstaat.

Als dat kan niet waar zijn waar wordt
en je wereld stilstaat.

Als dat zit er toch niet in
er toch uit komt
en dat bestaat niet wel bestaat,
als je met een kop vol watten
vecht tegen je tranen.

Als dat zal toch niet,
toch zal,
je ineens begrijpt
waarom het woordje spijt
wel moet rijmen
op het woordje tijd.

Het laat zich niet verklaren
of kan begrepen worden
kwijt is kwijt is kwijt.

Niets helpt op dat moment,
geen troost geen God
geen tijd
kwijt is kwijt is kwijt.